Drakenei

SF & Fantasy en dan nog wat…

  • De shop

  • Schrijf je in en ontvang een email bij iedere update van het blog. Vul hieronder je email in.

    Voeg je bij 1 andere abonnee
  • De Tijden

    februari 2011
    M D W D V Z Z
     123456
    78910111213
    14151617181920
    21222324252627
    28  
  • Ontvoering

    Het boek.

    Outline van het verhaal.

    1. De verteller vertelt
    2. Terug in de tijd, het begin
    3. Een paar weken later
    4. Nog wat later
    5. De dode
    6. De verdwijning
    7. Het stopt
    8. De speciale inspecteur
    9. Intermezzo
    10. De vergadering
  • Gratis hosting!

    Ben je een webmaster en geïnteresseerd in een gratis hosting package, host je site dan bij 000webhost.com, goede service, veel voordelen en absoluut gratis (je kunt later ook upgraden naar betalend voor nog meer).
    Ik heb er zelf twee websites: rol.be en dekeerschieter.be. Je kunt er eens een kijkje nemen om te zien hoe het er uitziet.

    Registeer en krijg dit gratis:
    • 1500 MB disk space
    • 100 GB data transfer
    • PHP en MySQL support zonder restricties
    • cPanel control panel
    • Website Builder
    • Geen advertising! Behalve as je er je eigen domein opzet (zoals ik), dan krijg je een zeer kleine banner in de rechter benedenhoek.

    Registreer hier:
    000webhost.com

Mijn beste vriend in 2020 – 2

Posted by Dr. D. U. Iveltje op 04/02/2011


Mijn beste vriend is mijn oom. Mijn grootoom, zegt hij, misschien omdat hij groot is. Ik ben Peter, en mijn mama was de nicht van oom. Mama en papa zijn dood, maar oom zegt dat mensen niet echt dood zijn zolang er nog iemand aan hen denkt. Dus denken we samen altijd aan papa en mama.

Omdat oom al heel oud is – al zijn haar is grijs – kent hij heel veel verhalen. Soms krijgt hij zelfs geld van de mensen als hij verhalen vertelt. Dan kunnen we dingen kopen. Nu het winter is slapen we altijd dicht bij elkaar, dat is warmer, en ook veiliger, zegt oom. We hebben niet echt een vaste slaapplaats, en soms worden we ook weggejaagd. Maar oom kent Gent erg goed, en hij vindt altijd wel een redelijk droge plaats om te slapen.

Vandaag is het erg koud, maar toch ben ik blij, want het is mijn verjaardag. Oom heeft zelfs een echte taart voor mij gekocht. Met kaarsen op, die ik moest uitblazen. En dan moest ik een wens doen. Ik wil in een mooi huisje wonen, met een tuin, en oom mag dan bij mij wonen. De taart was heel lekker, en we hebben de kaarsjes voor als het heel donker is.

Als het warmer wordt, dan gaan we de stad uit. Naar het platte land. Maar nu nog niet, want de stad is warmer in de winter. Intussen moet ik van oom oefenen in lezen en schrijven, met romeinse letters. Niemand mag het weten, want het is verboden. En oom leert me ook rekenen, dat is moeilijk en ik doe het niet graag, maar oom zegt dat het belangrijk is, dus dan moet het wel. Oom is moe, waarschijnlijk van het vele vertellen voor de taart, dus kruip ik dicht tegen hem aan, en gaan we slapen. De mensen horen graag vertellen over de profeet, maar ik vind de reis naar de maan met de apolloraket veel spannender. Oom zegt dat het echt waar is, en dat mensen ooit naar de maan gegaan zijn. Oom vertelt soms ook over de ruimte, en ruimteschepen, met meneer Spok, en kapitein Kurk en dokter Makkoi. Dat is niet echt gebeurd, maar toch is het altijd reuze spannend. Oom heeft een dik boek waarin hij alle verhalen heeft opgeschreven. Dat is zijn grootste schat, zegt hij. Tesamen met zijn intimatiehorologe van roleks, gemaakt in sjiena. Hij moet altijd lachen als hij dat zegt. Ik hoop dat het morgen niet meer sneeuwt.

Het is lang koud geweest, maar nu is het eindelijk warmer. We zijn op weg naar het platte land. Het is niet zo plat als ik dacht. We gaan niet zo snel. Dat komt omdat oom een slechte knie heeft, en ook omdat oom de dag voor gisteren veel slaag gekregen heeft. Dat doen mensen soms omdat hij ateejist is, en dat is verboden. Soms krijgt hij daarom slaag, maar oom is sterk en doet altijd alsof hij geen pijn heeft.

Oom heeft met veel mensen gepraat, en veel vragen gesteld. Hij heeft me ook gewassen in de rivier, dat was koud. Oom is ook zelf de rivier ingegaan. Hij heeft onze kleren gewassen. Nu zitten we verborgen in de bosjes, totdat onze kleren droog zijn. De zon schijnt en het is gelukkig warm. Oom wil mij verkopen, heeft hij gezegd. Dan hoef ik in de winter niet buiten te slapen, en krijg ik elke dag eten. Maar dan moet ik wel bij andere mensen in een huis wonen, en doen wat ze mij zeggen. En oom zal alleen maar af en toe langs kunnen komen. Oom zegt dat het beter is zo, zeker voor de toekomst.

Na de middag zijn de kleren droog geraakt, of toch grotendeels. We zijn aangekomen bij een groot huis. Het huis is heel mooi, en er zijn veel bomen en bloemen rond. En gras. Oom heeft veel gepraat met een grote man. Morgen gaan we terug, en dan zal ik daar moeten blijven. Oom mag niet blijven, en ik moet flink zijn, heeft hij gezegd. Ik zal het proberen.

Ik ben nu al de hele zomer in het grote huis. Ik moet vroeg opstaan en veel werken. Maar ik slaap in een echt bed met een echt kussen, en lakens. En ik mag wel drie keer per dag eten, zoveel ik wil. Meestal blijft oom in de buurt, en ik zie hem ook wel eens in de verte. Soms mag hij zelfs binnenkomen, tot in de tuin, ’s avonds, als het werk gedaan is. Dan vertelt hij een verhaal. Veel mensen komen dan luisteren. Dan krijgt hij eten en soms wat geld. Ik ben altijd een beetje triest als hij weer weggaat, maar hij zegt dan dat hij gauw terugkomt, en dat is ook altijd zo.

De winter is terug. Het sneeuwt en het is erg koud. De koudste winter in jaren, zegt de kok. Dat had ik graag in mijn dagboek geschreven, maar ze hebben het gevonden en weggegooid. De meester heeft mij ook geslagen, want mensen als ik mogen niet schrijven. En andere mensen mogen alleen arabies schrijven.

Oom is dood. Ik heb hem gevonden, ik dacht dat hij sliep tegen de boom. Maar hij was helemaal koud en stijf. Ik heb zijn boek weggenomen, en zo heb ik mijn dagboek weergevonden, want dat zat er bij. Oom moet het uit de papierbak hebben genomen. Ik heb ze allebei verborgen en ben toen aan de kok gaan vertellen dat oom dood was. Er is politie gekomen. Ze hebben mij dingen gevraagd over oom, en zijn dan weer weggegaan. Van de meester heb ik het horologe van oom gekregen, als zoevenier. Hij gaf het mij toen ik vertelde dat het gemaakt was in sjiena. De kok zei dat oom gelukkig is nu, omdat hij bij alla is. Dat zei hij om mij te troosten, want ik moet altijd huilen als ik aan oom denk. Maar de imam zei dat oom in de hel is, omdat hij ateejist is, en ateejisten zijn slechte mensen. De imam is dom en weet er niets van, oom was een goed mens. En hij is ook niet helemaal dood, want ik denk nog aan hem. En als ik groot ben, dan word ik ook ateejist, en dan maak ik een raket om naar de ruimte te gaan, zoals meneer Spok en kapitein Kurk. En dan vertel ik iedereen over oom, zodat hij nooit vergeten wordt. En ook over papa en mama, natuurlijk. En ik zal ooms verhalen vertellen, over apollo en de maan, en ruimteschepen. Maar niet die over de profeet.

Plaats een reactie